Ik ben Len

Eenzaamheid van het bos


Anastasia rent hard weg
In de bossen, op een heuvel. Het regent en het onweert deze nacht

Ze heeft uren gerent en ze is doorweekt
Op een boomstronk strijkt ze neer en valt ze in slaap

Een poos later wordt ze wakker. Ze voelt een bries en ze hoort vogeltjes fluiten. 
Ze zit op een heuvel. Op een mooie plek vol bloemetjes. 

Waar is ze? Hoe komt ze hier? Waar is iedereen?
Anastasia voelt zich eenzaam.